Mooi artikel over omgaan met verdriet.
Hoe je kunt groeien als mens: de wetten van persoonlijke transformatie
Hoe kun je veranderen, vraagt Annemiek Leclaire zich af. Welke rol speelt de emotionele doorbraak daarin? Ze ging op bezoek bij Morten Hjort, directeur van opleidingsinstituut Phoenix voor antwoorden. ‘Als je de pijn verduurt, wordt het leven voller en ruimer.’
Tekst Annemiek Leclaire Fotografie HH10 tot 12 minuten leestijd (Vrij Nederland)
Twee mensen hadden mij onafhankelijk van elkaar dit jaar een ansichtkaart gegeven met daarop een elegante blauwe lijn die zich in het midden scherp naar beneden stortte in de vorm van een V. Daarnaast stond in kleine lettertjes geschreven ‘de bodem van de put’. Bij het stadium daarvóór, als de daling al is ingezet, stond ‘verdwalen’, en een paar centimeter na de put, tegen de helling opwaarts, las ik ‘hulp van buitenaf’.
Het kaartje was van Phoenix, een post hbo-opleidingsinstituut voor persoonlijke coaching dat wordt bezocht door professionals uit het bedrijfsleven, de overheid en de zorg. Je kunt er jaaropleidingen doen, maar ook trainingen in persoonlijke ontwikkeling. ‘Metaforische leerlijn’ stond onder de golvende lijn.
Het ging over het proces van transformatie. Er zijn op het moment weinig woorden zo kostbaar en geliefd als dát woord. De goede kant op kunnen veranderen, kunnen ‘groeien’ als mens, is in onze betekeniseconomie goud waard. Stagneren daarentegen, ‘blijven hangen’ is in deze wendbare wereld de nieuwe doodzonde.
De laatste maanden ben ik dat fenomeen transformatie gaan bestuderen. Hoe verander je, welke rol speelt de emotionele doorbraak daarin? En waarom is dat aankijken van het verlies zo belangrijk om weer heelhuids verder te komen? Het model dat Phoenix gebruikt vat die vaak ingewikkelde theorieën helder samen.
PATRONEN IN DE MENSELIJKE ONTWIKKELING
Morten Hjort (52), directeur van het instituut, kwam als achttienjarige whizzkid op uitnodiging van het toen nog kleine computerbedrijf Oracle vanuit Denemarken naar Nederland. Hij kon goed complexe patronen doorgronden. Op zijn dertigste, toen het bedrijf zestigduizend werknemers telde, besloot hij zich te richten op patronen in de menselijke ontwikkeling in plaats van software. Hij schoolde zich om tot therapeut. Op de opleiding die hij runt, leren ze je losmaken uit belemmerende automatismen om zo een vrijer mens te worden. Dat noemt Hjort ‘transformatie’. De phoenix of feniks staat bekend als de vogel die herboren wordt uit zijn eigen as.
‘Die lijn op dat kaartje,’ zegt Hjort, ‘dat is het model van vallen en opstaan dat ieder leven kenmerkt, het heet ook wel “de weg van de held” omdat de verhaallijn van sprookjes altijd zo gaat.’ Het is volgens hem ‘een oerverlangen van mensen om autonoom te worden’, om zelf aan het roer te staan en zich niet te laten sturen, om wakker te zijn en niet blind te blijven.
Waarom lukt het de een wel om vrijmoedig verder te leven na een duikeling en hult de ander zich in bitter verdriet?
Naar dat ‘vallen en opstaan’ ben ik door persoonlijk verlies benieuwd: hoe doe je dat? Opnieuw beginnen, vrij zijn? Hoe spelen mensen dat klaar, waarom lukt het de een wel om vrijmoedig verder te leven na een duikeling en hult de ander zich in bitter verdriet? Daarom kreeg ik van vrienden dit kaartje toegespeeld. Dus ja, laten we het over bodems hebben. En over nieuwe ogen.
DE BRON VAN LIJDEN
‘Geen transformatie zonder vallen en breken,’ zegt Hjort. Om te verduidelijken hoe dat precies gaat, geeft hij een eigen voorbeeld. Zijn vader, een gerespecteerd accountant, stierf op 38-jarige leeftijd aan de gevolgen van drank. Hjort was 15. Het drankprobleem van zijn vader maakte het onveilig thuis. ‘Een tikkende tijdbom’, noemt Hjort hem. Hij hield afstand van hem en was heel close met zijn moeder.
‘Ik vertrouwde vrouwen meer dan mannen,’ zegt hij. ‘Dat zijn “de wetten van thuis”. Die heb ik daarna geprojecteerd op alle mannen en vrouwen. Het kwartje viel pas na mijn scheiding. Wat heb ik weinig intimiteit, weinig vriendschap kunnen opbouwen met mannen en wat ben ik af en toe het bos ingegaan met vrouwen. Dat was een heel pijnlijke realisatie: wat heb ik hierin vastgezeten. Maar dieper nog: wat heb ik mijn vader eigenlijk gemist. Je ontdekt met zo’n inzicht de oude pijn van thuis. Die was er al wel, maar ik voelde hem niet.’
‘Als de bron van lijden duidelijk wordt, ben je een behoorlijk eind op weg naar de put.’
Ander voorbeeld. Hjort had een cliënte die haar grenzen beter wilde leerde aangeven, ze wilde vaker ‘nee’ leren zeggen en beter voor zichzelf opkomen. Hjort wist dat hij haar daarmee geen dienst zou bewijzen omdat het haar nog meer zou isoleren. De vrouw was volgens hem altijd gericht op gevaar buiten houden. Haar vader had voor een internationaal bedrijf gewerkt, en ze was in haar jeugd twintig keer verhuisd. Op iedere nieuwe locatie zei haar moeder, die heel angstig was: pas op, het is gevaarlijk hier. Liever dan zich nog beter te leren indekken zouden ze moeten gaan kijken ‘waar haar “ja” lag’, naar wat ze wél wilde in het leven.
‘Als zo’n inzicht eenmaal is gevallen,’ zegt Hjort, ‘als de bron van lijden duidelijk wordt, ben je een behoorlijk eind op weg naar de put. Want het is niet: ha mooi, dit weet ik nu! Ik was verdwaald maar zie nu de weg! – nee, zodra je automatisch gedrag loslaat, ontstaan verwarring, angst, verdriet. Het is alsof je nieuw land betreedt; dit is onbekend terrein. Wil je écht veranderen, dan moet je eerst voelen welke prijs je hebt betaald voor dat oude gedrag.’
ONTWAKEN UIT EEN DROOMWERELD
Die ‘waarheid’ wordt in de psychologie ook wel ‘programmering’ genoemd, de manier van doen die we geleerd hebben om in de familie waarin we ter wereld kwamen onze weg te vinden. Volgens psycholoog Godfried IJsseling, trainer bij opleidingscentrum De Baak, kunnen we door zelfinzicht uit de herhaling van dit pijnlijke patroon loskomen – hij vergelijkt het met het ontwaken uit een droomwereld. ‘Transformatie zit in de bron van de programmering,’ schrijft hij in zijn recente boek De zelfbewuste leider. Naar het hart van persoonlijk leiderschap. Als je heel jong bent, is het nodig die boodschappen van thuis te volgen; ‘zo doen we de dingen hier’.
Later, als je de wereld in gaat, ga je daar volgens Hjort en IJsseling over struikelen, zonder dat je precies weet wat er aan de hand is. Want we kennen die ‘programmering’ niet. We weten niet welke overtuigingen ons gedrag sturen. We zijn blind voor onszelf, tot we in de problemen komen. Dat is wat coaches en psychologen ons proberen te leren: wat stuurt dat gedrag van ons nou eigenlijk? En kunnen we iets vrijer worden, iets meer vrede vinden, als we dat doorzien?
Als iemand zegt: ik heb te veel kracht, vraagt Hjort: waarom heb je zo weinig kwetsbaarheid?
En dan, zegt Hjort ‘moet je alle zeilen bijzetten om naar dit nieuwe land te komen.’ Want je wilt instinctief weer terug naar je oude gedragingen. Dit is een leerproces waarbij je volgens hem niet kunt vertrouwen op je gevoel, want dat gevoel is geprogrammeerd op de boodschappen van thuis. Het voelt, zegt Hjort, als een tegennatuurlijke beweging. Hij vergelijkt het met een man onder het ijs die in plaats van naar het licht naar de donkerte moet zwemmen om weer boven te komen – ‘“tegen zijn instinct in zwemmen” noemt de Zweedse dichter Lars Gustafsson dat,’ zegt Hjort. ‘En slechts degeen die weet / dat er midden in ’t duister een uitweg is / en in staat is, tegen zijn instinct, te zwemmen / weg van het licht, het donker tegemoet, ziet ’t daglicht weer.’
Om uit dit patroon te komen, is het nodig om naar polariteiten te kijken – als iemand zegt: ik heb te veel kracht, vraagt Hjort: waarom heb je zo weinig kwetsbaarheid? ‘Dáár zit de pijn op,’ zegt hij. ‘Waarom had ik te veel moeder? Omdat ik te weinig vader had. Daar zit de pijn. De vrouw die niet wist wat “ja” was had zich teveel verweerd en te weinig geleefd.’ In het hart van de zaak ligt de pijn besloten.
Blijf vrij van geest. Lees onze nieuwsbrief.Ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mail, twee keer per week.Ja, dit wil ik >
DONKERE MAANDEN
Er is de laatste twee jaar een aanzwellend koor van filosofen en psychiaters die ons ervan proberen te overtuigen om in deze maatschappij waarin alles leuk en maakbaar is, niet weg te lopen van het verdriet, het tekort, het ongemak en het verlies. Het is een onlosmakelijk deel van het menszijn, betogen zij, en juist in het aankijken ervan schuilt de genezing. ‘Grief is it’s own cure,’ zegt dichter David Whyte. Wat betekent: als je buigt voor het verdriet, als je stopt je ertegen te verzetten, dan komt er vanzelf weer een moment van vrede.
Ook Hjort zegt: je kunt pas veranderen als je die pijn kan voelen, en dat betekent de put in gaan. ‘Want als je die pijn niet wilt voelen, als je terugkrabbelt, ga je stagneren.’
Je schrap zetten, het niet willen voelen, leidt volgens Hjort tot stagnatie.
Zijn eigen donkere dagen zagen er destijds zo uit: ‘Ik heb een tijdje boven het kantoor van Phoenix gewoond. Ik had een heel klein leven, dat bestond uit opstaan, het bed opmaken, hard werken, in bed stappen, slapen. Ik had het gevoel: het komt nooit meer goed met me. Ik was niet suïcidaal, maar ik dacht wel: als het leven nu zou stoppen is het ook goed. Ik had geen toekomstperspectief meer. Dat waren donkere maanden. Toen kwam het aan op overgave: nu weet ik het even niet meer. Dit is de bodem van de put. Dit is de grenspost van het nieuwe land. Stef Bos noemt het in ‘Het Lied van Job’ “het nulpunt”. “Sta ik in de open vlakte / Weet niet wat nog te geloven / En ik heb niets meer te verliezen / Dus ik geef me beter over.”’
Je schrap zetten, het niet willen voelen, leidt volgens Hjort tot stagnatie. ‘Stagnatie is een manier om in het oude patroon te blijven waarin je op een bijzondere manier zelfvertrouwen hebt opgebouwd, inclusief de pijn die het oplevert. Daar ben je bekend mee geraakt.’
NIET GENOMEN VERLIES
Als Hjort geen werk zou hebben gemaakt van zijn onvermogen in relaties met mannen en vrouwen, waren de symptomen toegenomen, maar dan intenser. ‘Ik zou steeds opnieuw een relatie hebben beëindigd omdat ik het gevoel zou hebben dat ik geen ruimte kreeg, en ik zou de ander steeds opnieuw mijn eigen benauwdheid hebben verweten. Want zo ging dat in het verleden.’
‘Als je je verlies niet neemt, sluit je jezelf om niet gekwetst te worden. Je isoleert je. Je laat niks meer binnen.’
En hier zit volgens hem een kantelpunt: op het moment dat je bitter constateert: nu gebeurt me dit opnieuw, dan weet je: ik heb hier zelf een rol in. ‘Dat is de schatkamer van dat moment: de autonomie kan wakker worden. Stagnatie is doorploeteren. Stagnatie is niet-genomen verdriet, dat leidt tot bitterheid, cynisme. Als je je verlies niet neemt, sluit je jezelf om niet gekwetst te worden. Je isoleert je. Je laat niks meer binnen. Met “niet-genomen verlies” bedoel ik: het niet willen aannemen van de pijn, het niet willen toelaten van de pijn. Je moet je pijn kunnen voelen, niet om in te blijven hangen, maar om je te kunnen openen.
Er is een Aziatisch gezegde: “Vertel me hoe je rouwt, dan vertel ik hoe gelukkig je bent.” Als ik mijn verliezen kan voelen, dan sta ik ook open voor de wereld. Als we ons sluiten om niet gekwetst te worden, valt er niet te leven. Dramatisch gezegd: je afsluiten is een manier om uit het leven te stappen. Je staat in de schaduw, maar je bent je daar niet bewust van. Het is normaal geworden.’
HULP VAN BUITENAF
Het zou een mooie vraag zijn voor tijdens een etentje: ‘Wie of wat was jouw hulp van buitenaf toen je aan de grond zat?’ Want in dit stadium, om het transformatiemodel van het voornoemde ansichtkaartje te volgen, komt ‘de hulp van buitenaf’: iets of iemand, of het nu een vriend is, een therapeut, een film of een boek, helpt om de stap te maken naar dat nieuwe land.
‘Odysseus moet aan de mast gebonden blijven. Want op eigen houtje durft hij de nieuwe koers niet aan.’
Voor Hjort was dat destijds zijn broer, vertelt hij. ‘Ik zou mijn broer opzoeken in Denemarken, maar ik zei tegen hem: ik heb helemaal geen moed meer, ik ben moedeloos, ik weet niet of ik kom. Hij zei: geen punt, dan kom ik naar jou. Dat was een doorbraak. Omdat het liet zien dat deze andere man in mijn gezin zo betrouwbaar was. Ik reikte uit, ik zei: ik zit echt in de puree, en hij kwam. En het weekend erna opnieuw. Dan begint het licht te komen, dat is de vroege ochtend. Je weet nog niet wat het je gaat brengen.’
Nu komt het erop aan te oefenen met nieuw gedrag, door zelfinzicht is het aantal opties toegenomen. Hjort vergelijkt het met op een rotonde staan. Als je nog niet weet wat de oorzaak is van de problemen neem je steeds die ene afrit, de vluchtroute, maar zodra je je bewust bent van je oude patroon, zie je meer mogelijke routes.
Het bekende land, oude gewoontes en patronen, trekken je volgens Hjort terug. ‘Odysseus moet aan de mast gebonden blijven. Want op eigen houtje durft hij de nieuwe koers niet aan.’ Dat betekent dat je hulptroepen moet opstellen. In zijn geval heeft hij aan zijn vrienden gevraagd hem erop te attenderen als hij ‘in oud gedrag vervalt’, zodra hij zich gaat isoleren en geen contact meer opneemt.
EEN COMPLETERE WAARHEID
En wat dan die transformatie is? ‘Je gaat naar een completere waarheid, die minder op uitsluitingen en splitsingen is gebaseerd. We willen niet de ene magere oplossing inruilen voor de andere, we willen het patroon zelf bevragen. Als ik zeg: ik vertrouw mannen niet maar vrouwen wel, dan is dat een te simpele waarheid. Een assertiviteitscursus is voor de vrouw die haar grenzen niet kan bewaken een te simpele oplossing. Je moet dieper kijken. Daardoor kom je in een gelaagdere, complexere werkelijkheid waarin wat lastiger te navigeren valt.
Transformatie is op den duur dat je het leven meer neemt zoals het komt. Ik verzet me minder tegen hoe het leven gaat, ook wanneer het zeer doet. Wie vol leeft, heeft óók pijn. En is iedere keer, iedere dag, keer op keer in staat die pijn te dragen in plaats van er steeds tegen te vechten en zich steeds te verzetten. Als je de pijn verduurt, wordt het leven voller en ruimer. Het voordeel als je ouder wordt, is dat je al een paar keer door die put heen bent geweest, en dan weet je dat het ook weer licht wordt.’
Annemiek Leclaire (1969) is journalist.
Comments